Dodenhuisje

Op de mijn-site van Zolder staat het enige overgebleven dodenhuisje van al de vroegere Limburgse mijnen. Hierin werden destijds de verongelukte mijnwerkers tijdelijk in opgebaard. Deze installatie, bestaande uit kleine spiegeltjes refereert naar het vroegere gebruik ervan.  Iedere mijnwerker had een spiegeltje in zijn kleerkast hangen om te kijken of zijn gezicht en vooral zijn ogen proper genoeg waren om naar zijn geliefden terug te keren. Honderden (930 over al de Limburgse mijnen) hebben het leven gelaten in de mijnen. Altijd iemands vader, altijd iemand zoon. 

De marmeren plaat verwijst naar de marmeren tafels waar de overledenen werden opgebaard. Het zwevende lichaam erboven suggereert een opstijgende beweging... 

Materiaal: marmeren plaat, geslepen spiegelglas, siliconen.

 

Nota: Tot eind vorig jaar heeft in het dodenhuisje een gasdistributie van Fluvius gestaan. Op eigen initiatief en in samenspraak met de gemeente Heusden-Zolder en Fluvius is deze gasverdeling (na 28 jaren) uit het dodenhuisje verwijdert. In overleg met dienst patrimonium en cultuur is me het gebruiksrecht toegekend om in het dodenhuisje een kunstwerk te plaatsen dat refereert naar het vroegere gebruik ervan, als eerbetoon aan de slachtoffers.

 

Previous
Previous

Ladderinstallatie

Next
Next

All the misery of the world